Hijum

In 1787 werd Hijum als volgt beschreven in de ’Tegenwoordige Staat der Vereenigde Nederlanden; veertiende deel; vervattende het vervolg der beschryving van Friesland’.

“Hyem, gelegen aan de vaart Hyemer meer genoemd, welke de scheiding is van Leeuwarderadeel en Ferwerderadeel. Dit dorpje is klein, doch het voornaame Stamhuis van de Aebinga’s, hebbende hier in de vyftiende eeuw gewoond. Feike Aebinga, Grietman van Leeuwarderadeels Noorder-Trimdel. Ook liggen hier de overblyfzels van het sterke Slot van Eminga, niet ver van Aebinga State. Weleer werden deeze Staten door twee haatdraagende zusters bewoond, welke een geweldigen kryg in deezen hoek veroorzaakten. Hyem heeft 14 stemmen.”

HIJUM, Hyum, Hijem, Hium of Hiëm, aan de Hijumer-vaart, gelegen op een (hoge) terp, midden in weidegebied, aan de Hijumervaart, (Hijemer-vaart, Hjumer-meer of Hiëmer-meer). Deze vaart komt uit de Koersloot voort en loopt van het Westen naar het Oosten waar ze samenvloeit met de Finkumervaart en vervolgens, bij Bartlehiem (nabij het voormalige klooster Bethlehem) in de Dokkumer-Ee uitmondt.

Op een van de boerderijen, ten Westen van dit dorp, woonden de landbouwers en geleerde broers Pieter, Alberts en Arjen Roelofs (Hijum 31-3-1754 ┼ 7-5-1828), die door hun instrumenten waaronder telescopen, grote kijkers, sterrekundige werktuigen en de amateur-sterrenkunde bekend zijn geworden.

Men telt er 40 h., bewoond door 68 huisgez., uitmakende eene bevolking van ruim 300 inwoners, die meest hun bestaan vinden in den landbouw. Ook heeft men er eene cichoriefabrijk en eenen windkoren- en pelmolen.

De inwoners, die op 3 na allen Herv. zijn, behoren tot de gemeente Finkum-en-Hijum, welke hier eene kerk heeft, zijnde een klein langwerpig, oud, doch zeer wel onderhouden, gebouw, met leijen gedekt. De lage stompe toren, waaraan nog veel tufsteen zit, bevat de enige ingang tot de kerk, die (in 1878) geen orgel heeft.Vroeger was er in Hijum een Doopsgez. gemeente, die daar in het laatst van de zestiende eeuw gevestigd was.

Zij schijnt omstreeks 1779 met die van Hallum te zijn samengegaan.


Even te noorden van Hijum lag het bekende klooster Mariengaarde, dat werd opgericht door Fredeik van Hallum, die ook de eerste abt was.

Hij overleed in c. 1175. Het klooster heeft c. 400 jaar bestaan en telde in die periode 36 abten. Zie voor meer informatie betreffende het klooster: Cannegieter


STATES:

NIJEHUIS of Nijenhuis, state, ten Zuiden van Hijum.

AEBINGA of Ebinge te Hijum.

EMINGA of Aeminga ook, onder Hijum.Volgens de overlevering zou deze state tegen de state Ebinga onder Hijum bloedige oorlogen gevoerd hebben. Ter plaatse waar zij gestaan heeft, ziet men thans eene hoeve, in eigendom behoorende aan Reinder Pieters Miedema, van beroep landbouwer, en bewoond door Pieter Reinders Miedema.Hoewel tot Hijum, was deze state digter bij Finkum gelegen, waarvan zij ongeveer 10 minuten verwijderd ligt.

Van de oude state zelve, op de kaart van Schotanus voorkomende, kan men nog enige overblijfselen zien, aan de hoogte van den grondslag, alsmede aan de brede grachtswijze sloten, welke dezen in het vierkant omsluiten, terwijl ook nog de singel zichtbaar is, hoewel de bomen, sedert ongeveer jaren, reeds zijn omgehouwen.